Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ik zal al het volk tot u doen wederkeren; [2]de man, dien gij zoekt, is gelijk het wederkeren van allen; zo zal al het volk in [3]vrede zijn. 2. Hij wil zeggen: Het is u toch om David te doen; het volk zoudt gij gaarne tot u trekken. Als ik nu David zal hebben omgebracht, daarmede zal het gedaan zijn, zo zal ik het volk lichtelijk tot u wenden, ja zijn dood is inderdaadde wederkering van al het volk, dat tevreden zal zijn en u voor koning aannemen, als maar David vankant is. Anders, als zij allen wederkeren [hij is [toch] de man, dien gij zoekt] [zo] zal al het volk tevreden zijn. 3. Hebreeuws, zal vrede zijn. Vergelijk 1 Sam.25:6; onder hfdst.20 vs.8; Job 21:9, enz.